Rijtest: Audi A5 Sportback
De Audi A5 Sportback combineert een elegant design met functionaliteit en duurzaamheid. Dankzij de nieuwe generatie heb je nog meer toptechnologie aan boord dan ooit tevoren.
In 2009, het jaar dat Audi 100 jaar bestond, werd de eerste generatie van de vijfdeurs-Sportback versie geïntroduceerd. Ik moet je uiteraard niet vertellen hoe populair dit model in België is geworden. Bijna zeven jaar later presenteerde Audi de tweede generatie van de A5 tijdens het Autosalon van Parijs. De ontwerpers die dit model hebben hertekend hadden het niet makkelijk, want de eerste generatie A5 werd wereldwijd geroemd voor het het strakke lijnenspel.
Gelukkig hebben ze geen te grote veranderingen aangebracht. Je hoort mij niet zeggen dat er niks is gewijzigd, want technisch gezien is de A5 volledig nieuw. Maar hij neemt wel enkele grote gelijkenissen over van zijn voorganger. Ondertussen is het ook reeds het derde model dat gebruik maakt van het nieuwe MLB Evo-platform van de VW-groep, na de Q7 en de A4. Het zorgt niet alleen voor een lager gewicht, maar maakt de auto ook comfortabeler. Tijd om dat te gaan testen!
Bij het ophalen van de A5 springt de typische Audi-singleframe radiatorrooster in het oog. De grille is beduidend vlakker en breder dan voorheen. De verhoging op de motorkap, de langgerekte wielbasis en de korte overhangen geven de A5 een dynamische uitstraling. Doorheen het ontwerp blijven de basislijnen van ontwerper Walter De’Silva nog steeds duidelijk behouden. Knap, want de eerste A5 kwam bijna 10 jaar geleden op de markt. Bij deze generatie is het geheel vooral iets dikker aangezet, terwijl de neus net iets lager is gepositioneerd.
Als we de Sportback gaan vergelijken met de Coupé merken we op dat deze 7 centimeter langer is. Ook de daklijn loopt iets schuiner af. Vergelijk het met een A7 maar dan een tikkeltje kleiner. De testwagen was overigens uitgerust met een Floretzilveren koetswerkkleur in combinatie met 18 inch velgen. Het zorgt dat het geheel er erg zakelijk blijft uitzien. Met de optionele aankledingspakketten kan je uiteraard kiezen welke kant je wil benadrukken.
Maar de leukste optie van deze wagen is toch wel de Matrix-ledkoplampen met dynamische richtingaanwijzers voor-en achteraan. De LED-segmenten in de richtingaanwijzers lichten hierdoor eigenlijk beurtelings op. Dit gebeurt met korte intervallen van binnen naar buiten. Het maakt het leven van de medeweggebruikers net dat tikkeltje leuker.
Eenmaal ik plaatsneem achter het stuur valt vooral op, hoe strak en overzichtelijk het interieur is. Alles zit precies waar je het verwacht en daarbij werkt alles zoals het hoort. De testwagen is uitgerust met de optionele Audi virtual cockpit die de standaard analoge instrumenten vervangt. Daarnaast vind je ook nog eens de MMI Navigatie plus met MMI touch terug. Dat omvat onder andere een flashgeheugen van 10 GB, een dvd-speler, Audi connect-diensten voor drie jaar, tot vijf gratis kaartupdates voor de navigatie en een 8,3″-display. Een serieuze boterham, maar het is dan ook de moeite. Enigste minpuntje misschien is dat het scherm niet kan inklappen.
Het grote horizontale ventilatierooster creëert een riant gevoel van ruimte. De lederen stoelen zitten perfect en ook de binnenbekleding is afgewerkt met kwalitatief Milano leder. Als ik kijk naar de achterbank merk ik op dat deze toegankelijker is dan de Coupé, mede dankzij de breed openende achterdeuren. Door de groei in lengte krijg je achterin extra hoofd- en beenruimte. Grote passagiers meenemen op de achterbank, is hierdoor geen enkel probleem. De koffer slikt 480 liter bagage en met de achterbank plat kan je het laadvermogen uitbreiden naar 1300 liter. Het is duidelijk dat deze generatie een meer technologisch en beter afgewerkt interieur bezit.
Genoeg over het interieur, tijd om te gaan rijden. Bij het starten van de motor klinkt de 2 liter diesel bijzonder stil. Je kan kiezen uit 4 rijmodi: Efficiency, Comfort, Dynamic en Individueel waarbij de eerste 3 zich met name onderscheiden door de schakeltoerentallen en gasrespons. Ik zet de wagen in Comfort en laat hem langzaam op temperatuur komen. Volgens Audi is er veel werk besteed aan de geluidsisolatie. Ze beweren zelf dat dit de stilste auto is in zijn klasse. Iets wat ik alleen maar kan bevestigen. De A5 is uitstekend gedempt en is een ideaal middel om veel kilometers mee te rijden. Het grootste deel van de A5-rijders zal deze Audi dan ook rustig over de snelweg sturen.
Ik switch naar Dynamic en drijf de snelheid wat op. De 2.0 TDI is goed voor 150 pk. Een 0 naar 100 sprintje duurt 8,9 seconden. De topsnelheid ligt op 217 km/u. Snel? Nee. Maar het is meer dan voldoende om dagelijks een korte oprit op te rijden zonder al teveel stress. De automaat schakelt vliegensvlug 1 of 2 verzetten terug waardoor je voldoende kracht hebt om een inhaalmanoeuvre in te zetten. Alhoewel ik fan ben van het ouderwets schakelen, gaat mijn voorkeur bij deze auto toch uit naar de S tronic automaat. Deze schakelt zo snel zonder merkbare krachtonderbreking, knap, héél knap. Het enige wat je hier zou kunnen aanmerken, is dat de automaat niet kan anticiperen op de route om bijvoorbeeld terug te schakelen bij het inkomen van een bocht. Hiervoor gebruik je dan best de schakelflippers aan het stuur. Als er geen verdere commando’s van de bestuurder komen neemt de automaat het terug over.
De natte plaatkoppelingen zorgen overigens voor een gelijkmatig aangrijpen vanuit stilstand. Hierdoor rij je vlotter weg, zonder voelbare onderbreking. Verbruiken doet de A5 Sportback amper, zeker in de zuinige modus. Ik kwam uit op gemiddeld 6,5 liter per 100 kilometer. Mooie cijfers dus!
Vanaf 38.000 euro staat er een A5 Sportback voor je deur. Vanaf zodra je dure opties begint aan te vinken stijgt het prijskaartje navenant. Technologische snufjes kosten nu eenmaal de nodige euro’s. De totaalprijs van de testwagen kwam uit op zo’n €55.774, al vergeet je die prijs snel. Want vooral de afwerking van het interieur en de prettige aandrijflijn maken een diepe indruk. Of ik hem zou kopen? Absoluut!